De Amerikaanse presidentsverkiezingen 2004

Nog tot de presidentsverkiezingen van 2008


Home
About this weblog
Bronnen
Mail mij
Atom
This gif is freely copyable. Just right click, save Powered by
RSSify at WCC

This page is powered by Blogger. Isn't yours?

dinsdag, mei 25, 2004
Misverstanden: de opiniepeilingen zijn een goede graadmeter voor de verkiezingen
Dit is mijn stokpaardje. Opiniepeilingen, vooral die met betrekking tot de presidentsverkiezingen, zijn uitermate onbetrouwbaar. Het bekendste voorbeeld is dat van de verkiezingen van 1948, toen Thomas Dewey in de peilingen Avenue-lengtes op de toenmalig zittende president Harry Truman voor lag. Truman won met meer dan 2 miljoen stemmen verschil. Exit betrouwbaarheid opiniepeilingen, in ieder geval die van toen.
De stijging in de populariteit van de kandidaten in de peilingen (de bounce), die zich traditioneel voordoet na een ieders partijconventie, is opmerkelijk omdat het daarvoor nodig is dat de ondervraagden èn een dwarsdoorsnede van de bevolking zijn èn massaal naar de conventies kijken. De kijkcijfers spreken dat tegen.
De beste indicatie voor de onbetrouwbaarheid is de foutmarge, die altijd in driepuntsletter onder de peiling staat en door de meeste journalisten voor het gemak maar achterwege wordt gelaten. Een foutmarge van plus of min 3 tot 5 punten is heel normaal en dat betekent dat als het verschil in percentage tussen de twee kandidaten minder is dan de foutmarge, de uitslag van de peiling waardeloos is. Dit jaar stuiteren de peilingen weer alle kanten op. De elkaar hevig beconcurrerende beroepspeilers komen vrijwel altijd met elkaar tegensprekende peilingen in het nieuws. Als CNN meldt dat Kerry weer uitloopt, brengt Newsweek het nieuws dat de stand weer bijna gelijk is. En omgekeerd.




© Marc van Gestel 2003 - 2004