Op 2 november zal 29 procent van de geregistreerde kiezers stemmen met een stemcomputer, dat was 12 procent in 2000. In 29 staten en Washington D.C. zijn dat opgeteld meer dan 45 miljoen Amerikaanse kiezers. Maar de verkiezingsofficials zijn er nog steeds niet gerust op. Zij zijn bang dat de stemcomputers meer problemen zullen opleveren dan oplossen.
En de zorgen zijn niet academisch. In Ft. Lauderdale vorige herfst won Ellyn Bogdanoff een state senaatzetel met slechts 10 stemmen verschil. Een automatische hertelling bleek niet mogelijk omdat de stemmen op de harde schijf van de stemcomputer waren opgeslagen. Er was geen papieren spoor en bij hertelling kwam dus gegarandeerd hetzelfde aantal stemmen uit de bus (computer in dit geval). Fouten zijn niet te controleren, het hele principe van hertelling is een wassen neus geworden. Daarom neemt de druk toe om aan alle stemcomputers printers te hangen, die een papieren bewijs van de juiste stemming kan geven. Maar in de meeste staten met stemcomputers komen die printers er voor de verkiezingen niet. Volgens de Florida Department of State is dat allemaal onzin. Printers zijn te duur en de mensen die de stembureaus bemannen kunnen ze niet onderhouden. "Creating a paper trail for each voter is unnecessary except to eliminate the paranoia of the critics," aldus de conclusie van een beleidsstuk van het departement over dit onderwerp.
gepubliceerd door Marc op woensdag, september 29, 2004 #