De Amerikaanse presidentsverkiezingen 2004

Nog tot de presidentsverkiezingen van 2008


Home
About this weblog
Bronnen
Mail mij
Atom
This gif is freely copyable. Just right click, save Powered by
RSSify at WCC

This page is powered by Blogger. Isn't yours?

zaterdag, september 20, 2003
Hoe is de stand, Mieke?
Het nieuws van deze week was weer een inkopper. Alle ogen waren gericht op generaal Wesley Clark en hij liet zijn publiek niet in de steek. Eerder dan toegezegd stapte hij in de Democratische race om de presidentiële nominatie. Kilometers krantenkolommen waren het resultaat, daarmee het momentum van Howard Dean overnemend en de zoveelste officiële kandidatuur van John Edwards uit het nieuws houdend.
De journalisten, columnisten en deskundigen droomden meteen weg. De ideale running mate van Clark zou natuurlijk Hillary Clinton zijn (wat is er mis met Howard Dean en running mate Clark?) en mocht er een debat tussen Bush en Clark komen (jaja, dat is volgens sommigen onontkoombaar), dan zou Bush de generaal met “generaal” aan moeten spreken. Wat zou dat bijzonder zijn! Laten we eerst even afwachten wat het politiek programma van de goede generaal is voordat we hem de lauwerkrans omhangen. Huid. Verkopen. Beer. Geschoten.



Slippertje van de generaal
Die lelijke schuimrubberen badslippers die altijd tussen je grote teen en die ernaast een schuurplek veroorzaakt, heten in de VS Flip Flops. Als je een verbaal slippertje maakt, dan noemt men dat dus een Flip Flop. Duidelijk? Dus als generaal Wesley Clark eerst beweert dat hij als hij de kans had gehad hij voor de congressionele resolutie tot autorisatie van geweld in Irak zou hebben gestemd en het een dag daarna ontkent, dan heet dat dus een Flip Flop. Journalisten vinden dat heel erg, want het levert weer een artikel op waarin zij politici als opportunistische meepraters kunnen neerzetten. Zoals deze keer dus. Ik vind dat alle begin moeilijk is. Zelfs voor een generaal.



Spelen met woorden
Was iedereen maar zo principieel. Democratisch kandidaat senator John Edwards draait een tv-reclame in New Hampshire waarin hij zegt geen cent van Politicial Action Committees (PACs) of lobbyisten uit Washington te zullen aannemen. Kijk dat is pas een principieel en zuiver standpunt. Daar kunnen de andere kandidaten een puntje aan zuigen. Behalve dan dat het Center for Responsive Politics rapporteert dat de campagne van dezelfde senator Edwards inmiddels 6,7 miljoen dollar heeft mogen ontvangen van advocaten en lobbyisten. Hetzelfde was het geval tijdens zijn herverkiezing voor de senaat in 2002, toen hij zelfs zelf een PAC, New American Optimists, oprichtte voor het inzamelen van campagnegeld. Maar toen kwamen de donerende lobbyisten niet uit Washington. Dat is een aanzienlijk verschil. Vindt de campagne van senator Edwards. Ik neem de vrijheid er iets anders van te denken.



Peter Principal for president IV
Het is een winderige ochtend wanneer Peter Principal, Democratisch presidentskandidaat, zijn hoofdkwartier in Phantasia, Ohio, binnenkomt. Binnen werkt politiek adviseur Walter Attlee zich door een stapel kranten heen en campagneleider Rawlins doet hetzelfde met een stapel donuts.
Principal gaat tegenover Rawlins zitten en probeert een donut te pakken. Rawlins vouwt zijn armen beschermend om de donuts heen. Attlee maakt afkeurende geluiden terwijl hij de kranten aan stukken knipt. Principal kijkt hem vragend aan.
“Hier, alweer een interview met generaal Lewis. Dat is nummer vijf en ik ben nog niet eens aan de regionale kranten toe,” zegt Attlee, terwijl hij driftig de USA Today verknipt.
“Tsja,” zegt Principal, “Het was te verwachten. De generaal werkte zo slim naar zijn kandidatuur toe. Je kon er op wachten. Betekent het dat ik nu weer helemaal opnieuw in de gratie van de pers moet zien te raken? Het heeft de eerste keer al zoveel moeite gekost.”
Rawlins veegt de suikerkorrels van zijn mond en zegt: “Tegen een uniform is haast niet op te bieden.” Meteen schiet hem wat te binnen. “Maar u bent toch ook in dienst geweest? U heeft toch ook in Vietnam gediend?”
Principal twijfelt. “Ik denk niet dat we…”
Maar Rawlins gaat er eens goed voor zitten. “U heeft vast nog wel een foto met uniform thuis. We pakken de generaal gewoon op eigen terrein terug.”
“Ja, maar…” De kandidaat protesteert zachtjes.
“Nee, niets maar. U moet een beetje meewerken. Heeft u nog mensen gered?”
“Jawel, maar…”
“En zijn er nog slachtoffers gevallen?”
“Nou, bijna…”
“Goed, dan weet ik genoeg. Ga naar huis, haal uw fotoalbum op en vis uw uniform op uit de mottenballen. Waar wacht u op? Rawlins heeft zichzelf zo opgepompt vol adrenaline dat hij vergeet zijn tanden te zetten in een heerlijke donut met chocolade glazuur.
“Ik vraag me alleen af of de muts nog past,” aarzelt Principal.
Rawlins kijkt verbaasd. “Muts? Zo’n ding heet toch een pet?”
“Nee hoor,” klinkt het bedeesd, “het is een muts. Een koksmuts. Ik was legerkok,” moet Principal toegeven.
“Maar u heeft nog levens gered!” Rawlins is verbolgen.
“Heimlich manoeuvre. Mensen verslikten zich nog wel eens tijdens het eten.”
“En slachtoffers?”
“Voedselvergiftiging. Je wil niet weten hoe snel voedsel bederft in de jungle. Weet je dat je in Vietnam beter helemaal niets met melk…” begint Principal, maar hij wordt onderbroken door Attlee, die zijn schaar gevaarlijk in de richting van de kandidaat steekt.
“Misschien moeten we maar weer eens officieel onze kandidatuur stellen,”zegt hij.
Rawlins knikt instemmend. “Het is dan wel de vierde keer, maar het werkt vast nog wel. Kandidaat Curry heeft zijn campagne al zes keer officieel gelanceerd. Als we hem maar niet voorbijstreven is er niets aan de hand.”
Kandidaat Peter Principal, Democraat in hart en nieren, kijkt op zijn horloge. Het is half elf in de ochtend. Maar hij is alweer moe.



vrijdag, september 19, 2003
David Letterman figureert in reclame
Een grap van talkshow-presentator David Letterman wordt gebruikt in een anti-Bush tv-reclamecampagne van de activistengroep American Family Voices, die naar de Democratische partij neigt. De grap van Letterman was:

President Bush "is asking Congress for $80 billion to help rebuild Iraq. And when you make out that check, remember there are two L's in Halliburton."

Halliburton is het voormalige oliebedrijf van vice-president Dick cheney, dat als geen ander profiteert van de wederopbouwinvesteringen in Irak door de Bush-regering. Het kapitalisme kan zeer cynisch zijn.



Geen voorverkiezingen in Washington?
Een Amerikaanse rechtbank heeft het voorverkiezingssysteem van de staat Washington ongrondwettelijk verklaard. In de voorverkiezingswet van Washington uit 1935 staat dat de kiezer tijdens de voorverkiezingen op elke kandidaat mag stemmen wie hij wil, van elke partij. De zaak was aanhangig gemaakt door de Democraten, Republikeinen en Libertarians, die vinden dat bij hun voorverkiezingen alleen gestemd mag worden op de kandidaten uit eigen partij. De reden van afwijzing van de wet was het grondwettelijk recht op vrije samenkomst en vrijheid van meningsuiting. De staat Washington heeft door deze uitspraak geen voorverkiezingssysteem meer en het is aan het Congres van de staat om een nieuw systeem op te zetten. Voorstanders van het systeem waren teleurgesteld in de beslissing, die het de kiezer onmogelijk maakt te stemmen op wie zij zelf willen.



Zwarte maitresse
Democratisch kandidaat en dominee Al Sharpton waarschuwde de Democratische partij dat zij de zwarte kiezer niet moet gebruiken als politieke “maitresse”. De zwarte kiezer moet niet voor vanzelfsprekend worden gezien: "A mistress is where they take you out to have fun but they can't take you home to mama and daddy. Either we're going to get married in 2004 or we're going to find some folks who ain't ashamed to be seen with us," sprak de dominee in Richmond Virginia, bij een diner voor minderhedengroepen.



Clinton – versie 3
Oud-president Clinton heeft zijn twee termijnen voltooid en mag zich dus niet meer kandidaat stellen. Clinton 2, Hillary, verschuilt zich vooralsnog in de Amerikaanse Senaat en ziet het presidentsschap volgend jaar nog niet zitten. Dochter Chelsea is nog te jong om zich verkiesbaar te stellen, dus Clinton 3 bestaat niet. Maar Wesley Clark onderneemt pogingen om dat toch te zijn. Niet alleen komt de oud-NAVO-generaal net als Bill uit Arkansas, en is hij net als Bill een Rhodes-scholar (dure studiebeurs die aan veelbelovende studenten wordt uitgereikt), momenteel is hij druk bezig de voormalige medewerkers van Bill over te nemen. De laatste acquisitie is Clinton’s voormalige minister van handel Mickey Kantor, die na overleg met zijn vroegere baas senior adviser bij de Clark-campagne is geworden. Andere Clinton-getrouwen in de campagne zijn Skip Rutherford, bibliothecaris van de Clinton Library, voormalige Witte Huis-jurist Bruce Lindsey, de voormalige Democratische senator uit Arkansas David Pryor, voormalige Witte Huis-medewerkers Mark Fabiani en Eli Segal. Het eerste overleg van Clark werd bijgewoond door nog meer ex-Clinton-aanhangers: stafchef John Podesta, Afgevaardigde Rahm Emanuel en Clintons persvoorlichter Mike McCurry. Het wachten is op Hillary, als nieuwe First Lady.



Clark doet mee aan volgende Democratische debat
Volgende week is het tweede Democratische presidentiële debat. De grote vraag was of de verse kandidaat Wesley Clark er aan me zou doen. Eerst zei men van niet (vanwege een toegezegde spreekbeurt), toen weer van wel en bronnen dicht bij de oud-generaal bevestigen nu dat hij zal deelnemen. Het politiekje spelen zit er al goed in bij zijn campagneteam. Clarks tegenstanders willen hem graag laten deelnemen omdat men verwacht dat zijn zwakke punt de binnenlandse politiek zal zijn. De nadruk in het debat zal overigens liggen op de economie.



Ten aanval
De Bush-campagne mag zich misschien inhouden wat betreft een aanval op Wesley Clark, dat geldt niet voor rechtse commentatoren, zoals de volgende beschuldiging van de aartsconservatieve Robert Novak, mede-presentator van het schreeuwprogramma Crossfire van CNN (heerlijke show) aantoont:

NOVAK: Congressman Emanuel, I wonder if you're aware that your candidate, General Clark, in 1994, against the wishes of the State Department, met with the Serbian butcher of Srebrenica, General Mladic, took a bottle of brandy from him, exchanged hats, and he wore this butcher's hat while he gave his U.S. Army general's hat to General Mladic? Is that good judgment?

EMANUEL (Democratische afgevaardigde) : Well, I think what is good judgment is that we now know where Milosevic is, the last tyrant in Europe. He's sitting in the Hague getting a trial for what type of human genocide he brought to Europe. And Wes Clark was brought of bringing that...

[…]

NOVAK: I've known about it for nine years. Why don't you know about it?

EMANUEL: Robert, I don't think you have to worry about his service to the country and what he's done. […]



Kritiek op Dean neemt toe
Ook al zijn alle ogen nu gericht op Wesley Clark, die als een ware Superman het beeld binnenvloog, Howard Dean blijft voorlopig de te kloppen man. Hij kreeg de afgelopen week kritiek te verduren van John Kerry, die het plan van Dean om alle belastingverlagingen van Bush terug te draaien kritisch tegen het licht hield, en van Dick Gephardt, die Dean ervan beschuldigde voor bezuinigingen bij Medicare (ziektekostenverzekering) en Social security (uitkeringen) te zijn. Kerry wil de belastingverlaging voor middle class-families handhaven. Dean antwoordde dat ziektekostenverzekering voor iedereen en een evenwichtig budget niet te realiseren zijn zonder het terugdraaien van de belastingverlagingen van Bush.
Volgens Gephardt steunde Dean de voorstellen van de nemesis van de Democraten, Newt Gingrich, maar volgens woordvoerders van Dean poogde hij alleen Social Security en Medicare in stand te houden en niet geheel op te laten doeken door de Republikeinen. Zij verklaarden de aanval van Gephardt door te wijzen op de opiniepeilingen, waarin Gephardt maar niet vooruit te branden is.
Het gaat overigens niet zo goed met het campagneteam van Kerry. Chris Lehane, de communications director van Kerry, heeft ontslag genomen en het gerucht gaat dat er nog meer troepenbewegingen plaats zullen vinden.



Quote van de dag
In het CNN-programma Inside Politics werd de concurrentiepositie van Wesley Clark door een concurrerende Democratische campagnemedewerker als volgt omschreven:

"Clark is the Swiss Army knife of politics. No matter how you open it, he's going to cut somebody."




donderdag, september 18, 2003
Peilgeil in New Hampshire
Voorlopig staat Democraat Howard Dean nog op een aangename voorsprong in New Hampshire, waar hij tien procent voor staat op naaste tegenstander John Kerry. Dean, voormalig gouverneur van Vermont, staat op 31 procent, Kerry, senator voor Massachusetts, blijft steken op 21 procent. Nog 27 procent van de ondervraagden heeft nog niet beslist. De rest van de kandidaten komt niet boven de tien procent. 43 procent van de ondervraagden weet nog te weinig van kandidaat Wesley Clark om een mening over hem te hebben gevormd.



Democraten blij
De Democraten in het Congres zijn blij met de kandidatuur van generaal Wesley Clark. In een tijd waarin zij onder druk staan vanwege hun standpunten tegen de oorlog in Irak, is het goed om een generaal als Democratische kandidaat te hebben. Verwacht wordt dat de Bush campagne niet zomaar een generaal kan aanvallen over zijn positie over de toestand in Irak. Of de generaal nu wel of niet president wordt, zijn kandidatuur doet het Democratische imago wat betreft defensie en buitenlandse zaken veel goed. Clark persoonlijk is volgens Democratisch afgevaardigde Charles Angel, Democraat uit New York "Teflon to the question of being a patriot."
De verwachting is dat kandidaat Clark binnen niet al te lange tijd de steun kan verwachten van bijna vijftig Democraten in het Congres, onder wie meer dan de helft van de centristische “Blue dog” vleugel van de partij en meer liberale leden.
Vanavond zien de Democraten hem graag in een door de Democratische partij gesponsord debat over de economie, maar zijn campagneteam heeft gemeld dat de generaal andere verplichtingen heeft, namelijk een betaalde lezing. Zijn standpunten over de economie zijn vooralsnog onbekend, dus daar is men nieuwsgierig naar.



Peilgeil in de VS
Bush blijft zakken in de peilingen. Hij staat er nog steeds redelijk voor, met 58 procent van de ondervraagden die het nog wel zien zitten met de huidige president, maar dat is een daling van 14 procent vergeleken met 5 maanden geleden. Hij wordt nog zeer gewaardeerd om zijn inspanningen tegen het terrorisme, maar de aandacht van de Amerikanen richt zich nu op de economie, en daar staat Bush er minder florissant voor. 52 procent denkt dat Amerika er economisch minder goed voor staat dan toen Bush aan de macht kwam. 60 procent vindt dat grote bedrijven te veel macht hebben. Veel zorg is er over de werkloosheid. 70 procent zegt dat de economie er slecht voor staat, en geeft daarvan grotendeels Bush de schuld. Zijn optreden in Irak kan nog de goedkeuring wegdragen van 52 procent. Dat was 30 april nog 75 procent.
De belangrijkste issues voor de verkiezingen zijn de economie, werkgelegenheid, educatie, het staatsbudget en op plek vijf komt pas de oorlog tegen het terrorisme en op de achtste plaats pas de oorlog in Irak. Op plek negen komt pas het andere paradepaardje van Bush: de belastingen.
Als wordt gevraagd op wie te stemmen in een race tussen Bush en een generieke Democraat (dus een ideale kandidaat), dan wint Bush nog met 49 tegen 44 procent. Bij de onafhankelijke kiezers wint momenteel echter al de Democraat: 46 tegen 43 voor Bush. Het onderzoek is voor de kandidatuur van Clark, dus er kan nog van alles gebeuren. Moet de keuze gemaakt worden tussen Bush en een specifieke Democratische kandidaat, dan wint Bush nog steeds ruim (met meer dan 25 procent verschil).



President-Generaal
De laatste president die ook generaal was, was Republikein Dwight Eisenhower en dat was al 53 jaar geleden. In de 18e en 19e eeuw was het gewoner dat generaals in het witte Huis eindigden, maar daarna werd het zeldzaam. Volgens Slate Magazine bereikten tien generaals het hoogste ambt in de VS: George Washington, Andrew Jackson, William Henry Harrison, Zachary Taylor, Franklin Pierce, Ulysses S. Grant, Rutherford B. Hayes, James Garfield, Benjamin Harrison en natuurlijk Eisenhower.

Mocht Wesley Clark wel de kandidaat worden maar verliest hij de race, dan is hij ook in goed gezelschap, onder wie Lewis Cass (Democratische kandidaat in 1848), Winfield Scott (Whig-kandidaat in 1852) en George McClellan (Democratische kandidaat in 1864).



Steeds meer kleine negertjes
De kogel is door de kerk: Democraat John Edwards heeft zich officieel kandidaat gesteld voor het presidentschap. Hij was niet de enige die al campagne voerde voordat hij zich officieel kandidaat stelde (zie John Kerry), maar hij moet achteraf toch ongelukkig zijn over het moment waarop hij zijn voornemen officieel maakte. Alle ogen zijn namelijk gericht op voormalig NAVO-generaal Wesley Clark, die net zijn kandidatuur bekend heeft gemaakt. En een generaal als Democratische kandidaat, dat is zeldzaam . Dus de media doken als een hongerige aaseter bovenop de nietsvermoedende generaal en zelf het voormalige lievelingetje van de pers, Howard Dean, werd even in de steek gelaten voor een ogenblik met de militair die net als Bill Clinton uit Arkansas komt.
Er zijn nu tien Democratische kandidaten, die samen uit moeten maken wie het opneemt tegen president Bush. Clark heeft zijn carrière mee, maar zijn gebrek aan politieke ervaring tegen. Bush had vier jaar geleden zijn naam mee en zijn gebrek aan politieke ervaring tegen. Zie waar hem dat heeft geholpen. Voor een president die zijn faam heeft te danken aan de oorlog tegen Irak, kan een Democratische generaal wellicht een formidabele tegenstander vormen. De actie Draft Wesley Clark, op het internet begonnen, heeft dus effect gehad.

Clark ging bij zijn aankondiging meteen in de aanval. Hij beloofde de miljoenen banen te herstellen die onder Bush zijn verdwenen. En hij kondigde aan de Amerikaanse troepen uit Irak terug te trekken wanneer hij president wordt. Zijn gebrek aan ervaring probeert hij recht te trekken door een ervaren campagneteam samen te stellen, waaronder voormalige medewerkers van Clinton, Eli Segal, Bruce Lindsey en Skip Rutherford. De voormalig generaal en Vietnam-veteraan heeft al verschillende malen contact gehad met de voormalige president, maar Clinton heeft nog niet zijn officiële steun voor Clark uitgesproken.

De geruchtenmachine is meteen gestart. Zo gaat het verhaal dat Hillary Clinton wel eens een team zou kunnen gaan vormen met Clark, waarbij zij voor het vice-presidentschap zou gaan. Daar is natuurlijk nog niets over bekend.
Verder zou de generaal het moeilijk gaan krijgen in de staten waar al in januari voorverkiezingen worden gehouden, omdat hij nu weinig tijd heeft om zijn boodschap over te brengen. Maar een ding is zeker: er is weer beweging in de campagne.

Zijn website: Americansforclark.com



woensdag, september 17, 2003
Howard Kurtz - Spin Cycle: How the White House and the Media Manipulate the News
Howard Kurtz mag wel de meest invloedrijke mediajournalist van Amerika genoemd worden. Hij schrijft voor de Washington Post en is medepresentator van het CNN-programma Reliable Sources. Zijn specialisme is het mediakabaal rond het presidentsschap.
De basis voor dit boek is president Clinton. Het boek beschrijft hoe de politiek adviseurs en bondgenoten van Clinton het nieuws proberen te beïnvloeden rondom de schandalen die zich kort na Clinton’s aantreden opstapelden. Zo waren daar Whitewater, Paula Jones, "Travelgate", "filegate", "FBIgate" en Monica Lewinsky. Terwijl de pers zich op die schandalen stortten, probeerde Clinton’s team te redden wat er te redden viel. Het gebruik van persconferenties, lekken naar de pers, zorgvuldig geschreven statements en het ontwijkend van lastige vragen waren de meest ingezette instrumenten van de Clinton-propagandamachine. In het midden van de activiteiten stond de perswoordvoerder van de president: Mike McCurry, die als een expert van de explosieven-opruimingsdienst de ontstekingen uit alle potentiële nieuwe schandalen moest zien te trekken.

Hier staan de Media Notes: de columns van Howard Kurtz. (wel even gratis registreren bij de Washington Post, vermoed ik)



dinsdag, september 16, 2003
Lou Dubose, Jan Reid, Carl M. Cannon - Boy Genius: Karl Rove, the Brains Behind the Remarkable Political Triumph of George W. Bush
Hij is op deze weblog al eerder ter sprake gekomen: Karl Rove, de man die Bush in 2000 aan de overwinning hielp, nadat hij Bush en de Republikeinse partij in Texas aan de macht had geholpen.
Karl Rove heeft uiterlijk wel wat weg van uitgever Martin Ros, maar dan zonder de hysterische vreugdekreten en kwijlsporen als er weer een nieuw boek is uitgekomen. De drie auteurs, hoe kritisch ook (Dubose schreef ook mee aan het eerder beschreven Shrub), erkennen het onnavolgbare politieke gevoel van Karl Rove, die zij aanwijzen als degene die bijna eigenhandig verantwoordelijk is voor de overheveling van de Staat Texas van het Democratische kamp (ten tijde van president Johnson) veilig en vast naar het Republikeinse fort. Rove was het die de kandidaten voor verkiesbare posten selecteerde en er voor zorgde dat zijn kandidaat won, soms zelfs door het ten tonele voeren van een derde kandidaat. Rove zette het beleid uit, Rove vormde Bush tot politicus, vooral door het uitlichten en gebruik maken van de sterke karaktereigenschappen van Bush. Een onthullend boek.



maandag, september 15, 2003
Allan J. Lichtman - The Keys to the White House
In 1996 studeerde ik een half jaar in Washington DC aan AU, American University. Ook hier was het de gewoonte van professoren om hun eigen boeken op de lijst te zetten. Dus het verbaasde mij niet om op de leeslijst van Allan Lichtman zijn boek The Keys to the White House te vinden. Hierin stelt hij dat de Amerikaanse presidentsverkiezingen te voorspellen zijn! Mijn aandacht had hij direct. Aan de hand van dertien stellingen waarop alleen met ja of nee geantwoord kan worden was, volgens Lichtman, te voorspellen wie de nieuwe president van de VS zou worden. Zeven ja’s of meer, en Bush blijft zitten. Zo niet, dan kan hij zijn koffers pakken. De achterliggende gedachte van het systeem was dat de verkiezingen vooral een afrekening zijn van de zittende president. Als je de stellingen doorneemt zul je ook zien dat de tegenkandidaat maar één stelling krijgt, de rest gaan over de prestaties van de president en zijn partij. Lichtman heeft alle verkiezingen sinds de Amerikaanse Burgeroorlog langs de lat gelegd en zijn systeem hield stand. Sinds 1980 wist Lichtman de verkiezingen juist te voorspellen. Zo wist hij te melden dat Bush sr. Het niet zou redden in 1992, op het moment dat zijn populariteit immens was na de Golf-oorlog. Heerlijk boek dus voor liefhebbers van de Amerikaanse presidentsverkiezingen.

Wat zijn dan wel die dertien toverstellingen? Hier zijn ze:
1. Na de laatste midterm-verkiezingen heeft de partij die aan de macht heeft meer zetels in het Huis van Afgevaardigden dan in de midterm-verkiezingen daarvoor.
De verklaring voor deze stelling ligt er in dat de zittende partij in de Congres-verkiezingen twee jaar na aantreden van de nieuwe president meestal zetels verliest. Doet hij dat niet, dan hebben de kiezers vertrouwen in de president.

2. Er is geen strijd om de nominatie binnen de partij die aan de macht is.
Breekt er wel een strijd los dan is er binnen de partij wat aan de hand en is de eenheid dus verdwenen. Een recent voorbeeld is de welhaast bloedige strijd om de nominatie tussen George Bush sr. en Pat Buchanan in 1988.

3. De kandidaat van de partij die aan de macht is, is de huidige president.
Een zittende president heeft als voordeel dat hij al vier jaar heeft kunnen laten zien wat hij kan. Het is natuurlijk niet de beslissende factor, want anders waren Ford, Carter en Bush wel herkozen.

4. Er is geen belangrijke derde partij of onafhankelijke campagne.
De Reform Party van Ross Perot was een significante derde partij. De Green Party in 2000 was dat niet. De opkomst van een derde partij is een signaal van ongenoegen binnen de samenleving en het is een signaal van ongenoegen gericht tegen de huidige regering en dus een soort motie van wantrouwen. De afwezigheid van een derde partij is voor de zittende partij dus belangrijk.

5. De economie is niet in recessie tijdens te presidentscampagne.
Samen met stelling 6 is dit een van de belangrijkste stellingen. Gaat het namelijk economisch slecht, dan kan de zittende partij het wel vergeten. Gaat het goed, dan heeft de partij het een stuk makkelijker, al zijn er dan soms andere factoren die de zittende partij toch doen verliezen. De economie in 1968 draaide goed maar toch verloor de partij van Johnson de verkiezingen. In 1976 ging het in ieder geval tijdens de verkiezingen economisch goed maar de nasleep van Watergate nekte president Ford.

6. De jaarlijkse per-capita economische groei tijdens de afgelopen presidentstermijn is even groot of groter dan die van de twee termijnen daarvoor.
Het klinkt misschien een beetje ingewikkeld, maar de economische groei is zo controleerbaar. Een groeiende lange-termijn economie is goed voor de zittende partij.

7. De zittende partij heeft zorggedragen voor grote veranderingen in het nationale beleid.
De amerikaanse kiezer houdt van een activistische president. Het geeft niet zozeer wat hij doet. als hij maar wat doet. Zo werden Franklin Roosevelt, Kennedy, Johnson en Reagan gezien als veranderaars en deden Coolidge, Hoover, Eisenhower, Bush en Clinton het een stuk minder.

8. Er is geen langdurige sociale onrust tijdens de termijn.
Sociale onrust is vrijwel zonder uitzondering een protest tegen het beleid dat de zittende president voert. Dit is voor de kiezers een teken dat er met het huidige beleid iets mis is. Sociaal onrust is niet een demonstratie tijdens een partijconventie maar bijvoorbeeld de onrust en rellen na de beurskrach in 1929 of de demonstaties en rellen tegen de Vietnam-oorlog in de jaren zestig.

9. De zittende regering is niet besmet door een groot schandaal.
Niet te vroeg juichen, want de Lewinsky-affaire voldoet niet aan de eisen. Het was geen politieke affaire en de president is er niet door moeten aftreden. Echte schandalen zijn van het formaat Teapot Dome tijdens de regering van Grant en het Watergate-schandaal tijdens de regering Nixon.

10. De zittende regering heeft geen nederlaag geleden op het gebied van buitenlandse politiek of in een oorlog.
Deze stelling spreekt voor zich.

11. De zittende regering heeft een succes behaald op het gebied van buitenlandse politiek of in een oorlog.
Het winnen van een oorlog doet het altijd goed, maar is op zich weer geen garantie voor herverkiezing. Kijk naar george Bush en de Golfoorlog.

12. De zittende president heeft charisma of is een oorlogsheld.
Hier ligt de lat hoog. In de oorlog neerstorten met je vliegtuig (Bush), of goed handen kunnen schudden (Clinton) is niet genoeg. Echte oorlogshelden waren Ulysses Grant en Eisenhower. Charisma hadden FDR, Kennedy en Reagan.

13. De kandidaat van de uitdagende partij heeft charisma of is een oorlogsheld.
Daarvoor geldt hetzelfde als bij stelling 12. Charisma overstijgt de partijlijnen. Dit is ook de enige stelling waarbij de uitdagende kandidaat er ook maar iets toe doet. Voor de rest van de theorie is de uitdagende partij van geen belang!



zondag, september 14, 2003
Michael Lewis - Losers: The Road to Everyplace but the White House
Tegenwoordig is het volgen van de campagnes van de belangrijke presidentskandidaten niet meer interessant. Zij zijn zo omgeven door adviseurs en zo gedrild in het geven van nietszeggende antwoorden dat er voor een journalist niets spannends meer is uit te halen. Michael Lewis, de auteur van dit boek, besloot daarom in 1996 om juist de kansloze kandidaten te gaan volgen. In die campagnes was de kans om grappige en vermeldenswaardige dingen mee te maken veel groter.
Zo maakt de lezer kennis met een rij kansloze Republikeinse kandidaten, zoals de moraliserende maar oratorisch briljante Alan Keyes, de amateuristische Morry Taylor, de puissant rijke Steve Forbes, die een toespraak kan houden zonder ook maar een keer met zijn ogen te knipperen en de aartsconservatieve katholiek Pat Buchanan.
Interessant is dat het boek eerst verscheen onder de naam Trail fever : spin doctors, rented strangers, thumb wrestlers, toe suckers, grizzly bears, and other creatures on the road to the White House. Het titelvoorstel van de auteur zelf, Losers, werd door de uitgever afgeschoten. Nee, erger nog: de inkopers van de boekwinkels vertelden dat het Amerikaanse publiek nooit een boek zouden kopen over "losers" en dat de titel dus aangepast moest worden wilden zij het boek bestellen. Hiermee zijn de verhoudingen in de VS weer aardig weergegeven. De paperback kreeg wel de oorspronkelijke titel. Dankzij de veranderde titel zit ik nu overigens thuis met twee dezelfde boeken in mijn kast. Bedankt, boekverkopers in Amerika.




© Marc van Gestel 2003 - 2004